
Hulptroepen. Dit woord vind ik zooooo toepasselijk voor alle hulp en aandacht die ik, wij krijgen sinds ik borstkanker heb! Ongelooflijk hoe zoveel lieve mensen uit zich zelf bereid zijn van alles voor ons te doen, wat een sterke gemeenschap. Af en toe kan ik het gewoon niet bevatten; allemaal voor ons, allemaal voor mij. Volledig onbaatzuchtig. Waanzinnig!! Wat mij betreft wordt ‘hulptroepen’ genomineerd als ‘Het Van Dale woord van het Jaar 2019’.
Om het concreet te maken: rijden naar de tennisles van Madelief en Freek, rijden naar de zaalhockeytraining van Freek en dan alle privé ritjes naar de manege voor Olivier. Dat er 3 keer per week voor ons gekookt wordt en hoe! Het F-team stemt af en regelt. En dan nog de spontane pannetjes soep voor de deur, gezonde repen, heerlijke slagroomsoezen, bloemen enz. Alle lieve vriendinnen die met me wandelen, willen wandelen, mee gaan naar het AVL, aanbieden mee te gaan naar het AVL, mij ENORM helpen met het medische traject. En niet te vergeten iedereen die allerhande hulp spontaan aanbiedt.
Vaak wordt gezegd dat ziek zijn een eenzaam proces is. Je bent in je eentje ziek. Niemand kan dat overnemen, ook niet een stukje van de ziekte. Dat is absoluut waar. Toch voel ik me alles behalve eenzaam. Alle aandacht via kaartjes, appen, gesprekken, enz, het helpt! Het helpt mij in ieder geval enorm. Toen ik 7 december hoorde dat ik borstkanker heb, heb ik in die weken daarna echt besloten me niet te terug te trekken, maar juist in contact te blijven. Omdat ik het gevoel had, dat mij dat het meest zou helpen, dat dat het beste bij me past. Ik kan met zekerheid zeggen dat dat klopt.
De afgelopen dagen heb ik ervaren dat de 3e killerkuur (ACDD) me behoorlijk in de tang begint te krijgen. Ik voel me moe, futloos en de kwalen nemen toe. Natuurlijk die killerkuur is op een zeer belangrijke missie, noem het een strooptocht! In zijn kielzog neemt ie alleen wel heel veel gezonde cellen mee. Voor mij genoeg reden om de afgelopen dagen de gordijnen in de voorkamer dicht te houden en op willekeurige momenten, ongestoord op de bank te ploffen met een boek of even te slapen. Met 2 zieke kids thuis, waren de banken goed bezet!

Vrijdag 1 februari stond een dag AVL op het programma, de 3e keer ACDD met bloedonderzoek en gesprekken ter voorbereiding. Heel bijzonder gezelschap deze keer, mijn broer!!! Hij was over uit Jakarta om 48 uur samen te zijn, hoe fijn! We hebben bij kunnen praten over nu en over vroeger. Stil gestaan bij onze moeder, samen gebanjerd door Bussum, samen op de bank liggen tukken (jetlag moe, chemo moe).
Ik vind het AVL een fijne plek. Als ik daar voor een hele dag ben, weet ik dat we niet veel kunnen, anders dan recreëren, de tijd voorbij laten tikken. En iedere keer heb ik daar ook veel lol! Zo ook met mijn broer. Ik had ‘m voorbereid: “Laten we nu eens kijken hoeveel we op elkaar lijken”. Zie hier het resultaat!

De trein loopt, ik ervaar sinds de uitslag over mijn longen wat meer rust. Het leven is op dit moment simpel, zeker niet altijd makkelijk, vaak fijn, soms mega lastig. Ik geniet gelukkig regelmatig van kleine dingen. Ik merk dat het vinden van een balans tussen het ‘gewone’ leven en bezig zijn met mijn ziekte of liever gezegd met mijn herstel en gezondheid mij goed doet.




